DIAGNOSTISCHE FASE
ADHD is een gedragsdiagnose.
Het is de vaststelling van een observeerbaar gedragspatroon dat gekenmerkt wordt door overmatig druk, impulsief en/of onoplettend gedrag, disproportioneel met de ontwikkelingsleeftijd, pervasief aanwezig in meerdere contexten, leidend tot disfunctioneren en niet verklaarbaar door een andere psychiatrische problematiek.3,5
De gedragsdiagnose is vaak geassocieerd met neuropsychologische en/of psychosociale beperkingen, maar is op zichzelf relevant omdat dit gedrag een ernstige risicofactor vormt voor het dagelijks functioneren en de ontwikkeling van secundaire problemen en comorbiditeit.
Een diagnose ADHD is dus een klinisch besluitvormingsproces dat is gebaseerd op de beschrijvingen van het probleemgedrag in het dagelijks leven door verschillende informanten.3,5
Een diagnostisch proces volgens de (inter)nationale richtlijnen omvat volgende onderdelen1:
- Algemeen bilan: algemene informatie die niet specifiek is voor ADHD maar wel relevant in elk diagnostisch proces
- ADHD - symptoominventaris: informatie en hulpmiddelen om de ADHD-symptomen en de impact ervan op het functioneren in kaart te brengen.5
- Differentiaal diagnoses en comorbiditeiten: in kaart brengen van vaak geassocieerde problemen en/of andere verklaringen voor het geobserveerde gedrag.5,10
- Onderzoeken op indicatie: bijkomende onderzoeken die enkel nodig zijn bij bepaalde alarmsignalen.