Sociaal-emotioneel onderzoek
Angst- en stemmingsproblemen zijn vaak geassocieerd aan ADHD. Dat kan faalangst zijn of veralgemeende angst, of een depressieve stemming als gevolg van de vele faalervaringen. Het kan ook een comorbide problematiek zijn die meer vanuit een algemene kwetsbaarheid ontstaat. Soms kunnen de symptomen van ADHD doen denken aan een bipolaire stoornis, die op kinder- en tienerleeftijd nog erg zeldzaam is.
In vele gevallen zijn emotieregulatieproblemen geassocieerd aan ADHD zonder dat er een bijkomende stoornis is.
ADHD komt op jongere leeftijd al vaak samen voor met oppositioneel opstandig gedrag, kaderend in een beperkte frustratietolerantie met reactieve agressie. Soms wordt er antisociaal gedrag gesteld en vinden we een beperkt empathische vermogen.
Er moet dus in de klachtenanamnese sterk ingezet worden op het breed en zorgvuldig uitklaren van de fenomenologie van
- Angsten en angststoornissen
- Depressieve symptomatologie en depressie en dysthymie
- Bipolaire stoornis
- Emotieregulatieproblemen (te frequente, te uitgesproken, te wisselende, vooral negatieve emotionele reacties)
- Oppositioneel opstandig gedrag, antisociaal gedrag en beperkte prosociale emoties
Voor elk van deze emotionele problematieken kunnen bijkomende vragenlijsten meer richtingegevend zijn.
Soms is ADHD-gedrag het gevolg van verwerkingsmoeilijkheden rond ernstige levensgebeurtenissen of traumatische ervaringen. Een belevingsonderzoek kan dan een zinvolle uitbreiding zijn binnen het diagnostisch proces.
Kinderen met ADHD hebben vaak moeilijkheden in hun sociale relaties. Door hun intrusief gedrag lokken ze uit dat anderen afstand nemen. Het kan helpend zijn hun sociale positie en vaardigheden in kaart te brengen.
Ten slotte is er vaak weerslag op hun eigenwaardegevoel, hun zelfbeeld en subjectieve kwaliteit van leven. Ook dit kan in kaart gebracht worden:
- Levensgebeurtenissen
- Trauma
- Sociale status en sociale vaardigheden
- Zelfwaardegevoel
- Kwaliteit van leven