Psychomotoriek
In Vlaanderen wordt bij jonge kinderen soms psychomotorische behandeling voor ADHD voorgeschreven. Er is geen evidentie dat deze algemene lichaamstherapie rechtstreeks invloed heeft op de symptomen. Soms wordt de individuele cognitieve gedragstherapie via de bewegingstherapie aangebracht. Vaak gebeurt dit dan in groep, al of niet in samenwerking met een van de ouders.
DOEL
Psychomotorische therapie is een methode waarbij de jongere samen met de therapeut lichamelijke activiteiten, oefeningen en opdrachten uitvoert. De nadruk ligt op beweging en lichaamservaring. Er wordt gekeken naar bewegingspatronen, lichaamstaal, ademhaling of lichaamshouding. Door te bewegen, kan geoefend en geëxperimenteerd worden met ander gedrag. Dat levert nieuwe ervaringen op. De bewegingsoefeningen die worden gebruikt zijn afkomstig uit de sport en het bewegingsonderwijs. Voorbeelden zijn bewegen op muziek of balspelen. Verder wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden voor het leren ervaren van andere gevoelens, zoals ademhalings- en ontspanningsoefeningen. Bij psychomotorische therapie wordt ook gelet op hoe iemand omgaat met de opdrachten, met zichzelf en met anderen. Er wordt betracht om de impulsiviteit te kanaliseren, te oefenen op zelfcontrole en timing en de aandacht te verhogen.
WERKING
Er is weinig wetenschappelijk onderzoek over de directe effecten van psychomotorische therapie op ADHD-gedrag.
ADVIES
Psychomotorische therapie wordt niet als zodanig geadviseerd als specifieke behandeling voor ADHD, maar kan voor jonge kinderen een ingangspoort zijn om aan algemene vaardigheden te werken.