Lagere schoolleeftijd
Voorbeelden van aspecifieke signalen op lagere schoolleeftijd
- Abnormaal veel conflicten met ouders, broers/ zussen
- Irritatie bij ouders, broers/ zussen, school
- Volgorde en uitvoering van algemene dagelijkse routines verlopen moeizaam/ slordiger/ met meer conflicten dan normaal
- Ongelukjes in huis, bij het spelen, op straat
- Onderpresteren
- Sociaal-emotionele problemen; lijkt jonger dan zijn/ haar leeftijd
- Korter spel (<15 min); activiteiten niet afwerken, niet luisteren (aandachtsspanne)
- Vlindert van de ene activiteit naar de andere
- Wervelwind stopt niet (hyperactiviteit)
- Luistert niet ‘hij lijkt wel doof’
- Geen gevoel voor gevaar; lijkt tegendraads; wordt onbeleefd gevonden (impulsiviteit)Verstoorde tijdsbeleving en dus vaak te laat
- Veel moeite om te plannen
- Moeite bij het verkrijgen van overzicht
- Niet meer dan één boodschap tegelijk kunnen verwerken
- Moeilijkheden met herkennen van emoties
- Missen of verkeerd interpreteren van sociale signalen
- Stopt niet; voelt niet aan wanneer rust nodig is