Definitie ADHD
ADHD staat voor de Engelse omschrijving “Attention Deficit/Hyperactivity Disorder” of in het Nederlands: Aandachtsdeficiëntie/Hyperactief/impulsieve stoornis.
Het is een gedragsdiagnose die gesteld kan worden als kinderen dermate last hebben van concentratieproblemen en/of hyperactief-impulsief gedrag, dat het hun welbevinden aantast, een grote negatieve impact heeft op hun huidige functioneren (thuis, op school, in de vrije tijd) en/of een grote hypotheek legt op een gezonde verdere ontwikkeling.
ADHD is een heterogene problematiek. Dat wil zeggen dat er vele mogelijke oorzaken zijn voor deze moeilijkheden. Erfelijkheid is daarvan de belangrijkste, naast negatieve invloeden tijdens de zwangerschap en/of rond de geboorte, hoofdtrauma’s en/of vroegkinderlijke institutionele opvoeding.
Er zijn meerdere onderliggende problemen mogelijk die de aandachtsproblemen en de overbeweeglijkheid verklaren: een tekort aan cognitieve sturings- en planningsmogelijkheden (executieve functies), een tekort aan cognitieve afremmingsmogelijkheden (inhibitie), een andere tijdsbeleving (temporele perceptie), een aversie voor wachten en lege tijd (delay aversion), een energie-regulatieprobleem.
ADHD heeft een grote impact op leermogelijkheden: zowel op schoolse als sociale leermogelijkheden. Meestal zijn er bij dezelfde kinderen ook andere problemen in de ontwikkeling (bv. dyslexie, gedragsproblemen, faalangst, enz.). De kinderen worden als moeilijk stuurbaar ervaren en leiden vaak tot opvoedingsvermoeidheid en ouder-kind relatieproblemen. In de adolescentie nemen vooral de zelfsturingsproblemen de overhand, waardoor de overgang naar meer autonomie in het gedrang komt. Het loopt soms helemaal fout als de wederzijdse frustratie zich ontwikkelt tot agressie en afhaken in de schoolcontext. Kinderen met ADHD hebben daardoor een hoger risico op psychiatrische problemen (depressie, middelenmisbruik), persoonlijkheidsstoornissen, risicogedrag (verslaving, risicovol rijgedrag), en zelfs delinquentie.
Behandeling van ADHD kan met medicatie. De ontwikkeling van de bijkomende risico’s kan tegengegaan worden met begrip en aangepaste reacties en verwachtingen via oudertraining en leerkrachttraining. Voor lichte vormen kan toevoeging van omega-3 vetzuren soms enige hulp bieden. Jongeren met ADHD kunnen geholpen worden om compenserende vaardigheden aan te leren (planning en organisatie, sociale vaardigheden, enz.).