Welke medicatie kiezen?
Het is belangrijk om het werkingsprofiel en de voor- en nadelen van de verschillende geneesmiddelen voor ADHD te kennen. Samen met ouders en kind/jongere kan dan een keuze gemaakt worden in functie van de noden.
Aandachtspunten bij dit gesprek:
- Waarop en wanneer heeft het ADHD-gedrag het meest impact?
- Vooral tijdens het leren en studeren?
- Vooral in de sociale omgang met anderen?
- Is er effect nodig na de schooluren?
- Is er effect nodig tijdens het weekend?
- Is er effect nodig in de vakanties?
- Is er best een 24/24 u effect?
- Welke comorbiditeit is er?
- Is er angst?
- Zijn er tics?
- Is er dysthymie (langdurige milde depressiviteit)?
- Is er epilepsie?
- Is er middelenmisbruik of risico op middelenmisbruik?
- Is er een probleem met medicatie-inname op school?
- Vindt het kind/de jongere het vervelend om de medicatie op school in te nemen?
- Zal de school meewerken om de medicatie op school te geven en de inname op te volgen (bij jongere kinderen)?
- Heeft het kind problemen om medicatie door te slikken?
- Heeft het kind/de jongere klachten die eventueel als nevenwerking kunnen toenemen, bv. eetproblemen, slaapproblemen, hoofdpijn, tics?
- Heeft het kind/de jongere (relatieve) contra-indicaties voor bepaalde geneesmiddelen?
- Neemt het kind/de jongere nog andere medicatie? Is die combineerbaar?
- Is er risico op misbruik door familieleden?
- Hebben familieleden (vroegere) positieve en/of negatieve ervaringen met ADHD-medicatie?
- Wat is financieel haalbaar? (sommige ADHD-geneesmiddelen zijn duur en worden niet terugbetaald.
We bespreken eerst de logica bij ADHD zonder comorbiditeit of complicaties; nadien de opties bij meer complexe situaties.